tips leren leren

Bekijk dit filmpje voor tips om je beter te concentreren!

categoriseren

Verdeel de te leren stof in logische groepjes, breng ze in verband met elkaar. Dit kun je doen door er een verhaal over te schrijven, een strip, een film, noem maar op. Gebruik de woorden zo veel mogelijk.

Wat onthouden als we leren.docx
Word – 15,9 KB 217 downloads

Leer tips BRUGKLAS:

 Begrippen leren:

Een begrip moet je vergelijken met een woord bij Engels, Frans of Nederlands. Ook daarbij geldt dat je met in één keer 30 minuten leren minder zult onthouden, dan bij twee keer 15 minuten verspreid over de dag.

Dus: SPREIDEN! – Begin met 15 minuten VOOR je (maak)huiswerk en 15 minuten ERNA. Je merkt vanzelf of je misschien toch drie of vier keer per dag moet herhalen.

Hulpmiddelen bij begrippen:

Maak FLITSKAARTJES  Dat zijn kleine rechthoekige blanco papieren/kartonnen kaartjes.

Knip er evenveel uit als het aantal begrippen dat je moet leren en ga ze beschrijven:

-VOORKANT: het begrip (bijv. landbouwoverschot)

-ACHTERKANT: de betekenis (bijv. oogst die de boer niet zelf nodig heeft)

Door het schrijven blijven de begrippen al beter bij en je kunt jezelf nu overhoren.

Schudt de flitskaarten, zodat je een nieuwe volgorde krijgt. Pak de bovenste van de stapel, bekijk het begrip aan de voorkant en benoem of schrijf daarbij de betekenis. Controleer je antwoord op de achterzijde.

Tips:

-Als je telkens fout zit met een begrip, maak twee flitskaartjes voor dit begrip, dan komt het begrip vaker voorbij.

-NIET in een vaste volgorde oefenen, telkens schudden bij een nieuwe overhoring, anders leer je een volgorde in plaats van de begrippen.

-Je kunt ook afwisselen, dat je de ene keer de betekenis benoemt en daar weer het begrip.

-Wil je er een spel van maken, om bijv. te oefenen met ouders!?

 Maak voor ieder begrip EN betekenis een apart kaartje. Leg de tekst naar beneden en speel ‘Memory’. Zoek het juiste begrip de betekenis. Wie de meeste combinaties heeft, die wint.

 

Uitleggen + verbanden tussen begrippen oefenen

Als je jezelf twee keer per dag overhoord hebt kun je het daarna moeilijker maken. Bijvoorbeeld geschiedenis is namelijk niet alleen weten, maar ook uitleggen.

Doe alle flitskaarten na de overhoringen in een grote bak en schud ze door elkaar. Pak er telkens twee flitskaarten uit en ga dan opschrijven wat die twee begrippen met elkaar te maken hebben.

Zo maak je simpel je eigen oefenvragen.

Altijd twee stappen maken:

1.Betekenis van beide begrippen opschrijven

2.In eigen woorden uitleggen wat ze met elkaar te maken hebben (zo volledig mogelijk)

Ezelsbruggetjes:

Verzin een truc om je leerstof te onthouden, als je zelf een manier vindt onthoud je het nog sneller maar je kunt ook bestaande ezelsbruggetjes gebruiken.

 Salamitechniek:

die worst eet jij toch ook in plakjes en niet in zijn geheel:

  • Bedenk goed wat je niet begrijpt, bekijk desnoods zin voor zin of woord voor woord.
  • Ken en begrijp je alle moeilijke woorden en begrippen? Zo niet, zoek ze op of laat ze je uitleggen.
  • Kun je in je eigen woorden vertellen wat er staat? Zo ja, dan begrijp je het goed.
  • Begrijp je het dan nog niet, zoek het terug in je boek, bekijk het nog een keer.
  • Schrijf het nu op

De kleuren van de regenboog in de juiste volgorde: ROGGBIV:

  • Rood
  • Oranje
  • Geel
  • Groen
  • Blauw
  • Indigo
  • Violet

Volgorde bij rekenen:

Onthoud de voorrangsregels met deze zin:

Hé, (haakjes eerst)
Wat Mooi! (dan wortels en machten)
Vader Doet (dan vermenigvuldigen en delen)
Onze Afwas (dan optellen en aftrekken)

Staan er geen haakjes of meerdere gelijkwaardige bewerkingstekens binnen de haakjes, dan v.l.n.r. (van links naar rechts) uitwerken, bijvoorbeeld:

4 : 2 x 5 =
4 : 2 x 5 = 2 x 5 = 2 x 5 = 10

8 - 10 + 9 - 2
8 - 10 + 9 - 2 = -2 + 9 - 2 = -2 + 9 - 2 = 7 - 2 = 5

(Reken zelf maar eens uit wat uitkomst is als je rechts zou beginnen!)

Maak jouw eigen website met JouwWeb